Hèt herkenningsteken van de vroege Christenen!

Een kruisje als een hangertje om je hals, een kruis op een grafsteen, een kruis op een kerk. Vandaag de dag kijken we er niet van op dat Christenen een kruisje gebruiken om zichzelf en elkaar aan te duiden.
Die traditie is ontstaan toen het in de mode kwam om heiligen bij voorkeur af te beelden met het martelwerktuig waarmee ze om het leven waren gekomen. Denk aan Sint Sebastiaan, de soldaat in het Romeinse leger, die in het jaar 288 vervolgde Christenen aan de gruwel van de Romeinen hielp ontkomen en daarvoor zelf gestraft werd. Hij wordt afgebeeld met de pijlenregen die zijn borst doorboorde. En denk aan Heilige Bartolomeus, die de dood vond doordat zijn huid van hem afgehaald werd. Hij wordt afgebeeld met de afgestroopte huid over zijn arm.
Jezus was de martelaar en heilige bij uitstek, en hij werd en wordt afgebeeld hangend aan het kruis dat zijn dood werd.
Nu is dat kruis het herkenningsteken van christenen van nu. Maar in vroeger tijden dachten de eerste Christenen daar heel anders over. Omdat aanhangers van het jonge christendom door de Romeinen vervolgd werden, was het raadzaam om niet onmiddellijk als zodanig herkend te worden. Ze hadden een soort geheim teken: een visje.
Het leek onschuldig, maar het had symbolische waarde. In het Griekse schreef je ‘visje’ als ‘ichtus’. En de losse letters van dat woord vormen in het Grieks de beginletters van de woorden ‘Jezus’, ‘Christus’, ‘Gods zoon’ en ‘redder’. Zo kreeg de afbeelding van dat visje een diepere betekenis, omdat daarmee de kernboodschap van de christenen uitgedragen werd.
De eerste christenen hadden nog zo’n geheim teken: een spiraal. Een ovale spiraal, die ingekerfd werd op de houten stijlen van een deurpost, op de steen die bij het vuur lag, de spiraal die op huisraad geschilderd werd en kleding geborduurd. Die spiraal kun je plaatsen in de traditie van de labyrinten en symboliseert de leer die Maria Magdalena van Jezus ontving. Dit symbool groeide uit tot hèt herkenningsteken van de eerste christenen. In de roman ‘Via Maria’ lees je wat die leer inhield.
De leer die met de spiraal gesymboliseerd wordt, is te vinden in het ‘Evangelie van Maria’. Er bestaan snippers van het origineel, er is een vertaling uit de 2e eeuw teruggevonden en er zijn latere versies, kopieën en latere vertalingen. Helaas heeft geen enkel document onze tijd ongeschonden bereikt en ontbreken er pagina’s, die door brand of door insectenvraat verloren zijn gegaan. De leer van Maria Magdalena is een reconstructie van de delen die ons wel overgeleverd zijn. In het vervolg op de roman‘Via Maria’ wordt dieper op die reconstructie ingegaan.