Rollen van vrouwen in het jonge christendom

Studies van Bijbelse en buiten-bijbelse bronnen wijzen uit dat vrouwen actief deelnamen aan de nieuwe religie. Voor met name Joodse vrouwen, die gewoonlijk een passieve rol hadden in de synagoge, was toetreding tot het Christendom ook van maatschappelijke betekenis, omdat zij nu functies konden bekleden, die anders niet bereikbaar waren.

Missiewerk

Vrouwen hadden net als mannen de functie van apostel gekregen. Letterlijk betekent apostel ‘gezondene’: hij of zij die op pad gaat om de leer te verkondigen

Diakens en priesters

Het jonge christendom kende al snel een structuur, waarbij zowel mannen als vrouwen aangesteld werden als diakens en priesters

Profetessen

Vrouwen konden profetessen zijn, letterlijk: voor iemand anders (God) spreken. Gewoonlijk wordt bedoeld dat deze vrouwen voorspellende uitspraken deden over gebeurtenissen in de toekomst

Leraressen

Het vak van leraar was ook opengesteld voor vrouwen. Ze konden lerares zijn over geloofszaken en geloofsonderricht, maar konden ook lesgeven op andere terreinen.

Leidster van lokale kerken

Vrouwen versterkten de lokale gemeenschap als leidster en waren actief in evenementen die de groei van het christendom bevorderden.

In de eerste twee eeuwen van het Christendom traden zovele vrouwen toe dat de Grieks-Romeinse filosoof Celsus het jonge christendom in  178 na Chr. diskwalificeerde als een “vrouwenreligie”

De bijzondere positie van Maria Magdalena

In de zesde eeuw schaadt een paus opzettelijk haar goede reputatie. Hij is daarin zeer effectief gebleken, want hoewel de beeldvorming over haar aan het verschuiven is, wordt Maria Magdalena in onze tijd nog altijd eerst geassocieerd met een prostitué en een zondares. Kijken we in de periode voor de zesde eeuw, dan zien we een ander beeld. De statuur van Maria Magdalena was in de tijd van Jezus een heel andere: ze werd alom gewaardeerd en gerespecteerd, ze bekleedde de hoogste functie in de nieuwe christelijke gemeenschap.
En ze droeg de titel: de Kenner van het Al. Die titel krijg je niet zomaar. Ze was een ontwikkelde vrouw, had een goede opleiding, ze sprak Aramees en schreef in het Grieks, de taal van de wetenschappers, ambtenaren en handelaren. In de bijbels staat op verschillende plaatsen te lezen dat Maria Jezus beter begreep dan zijn andere leerlingen en dat hij de ingewikkelde aspecten van zijn leer met haar besprak.
Ze was de eerste getuige van de opstanding en de eerste persoon die de opdracht kreeg om de leer van Jezus te verkondigen.

Apostel der apostelen

Net als mannen waren ook vrouwen apostel. Hoewel sommige mannelijke leerlingen het een moeilijk punt vonden gold dat Maria voor Jezus èn voor zijn leerlingen de apostel bij uitstek was. Ze droeg de titel ‘Apostel der apostelen’.

Ook wel: Apostel voor de apostelen

Kenner van het Al

De hoogste functie met de meeste eer: Kenner van het Al, zo werd Maria Magdalena genoemd.


Wij kennen Maria met als ‘achternaam’ Magdalena, naar de stad waar ze woonde, Magdala. Het is echter onwaarschijnlijk dat ze Maria Magdalena genoemd werd, omdat de stad Magdala niet goed stond aangeschreven. De stad stond onder Romeins toezicht en de Romeinen hieven zulke hoge belastingen, dat de inwoners hun toevlucht namen tot oneerbare praktijken als mensenhandel en prostitutie.

In haar tijd werd ze Maria Magdal genoemd: wat je mag vertalen met Maria de Hoge of Maria de Grote. Magdal is Hebreeuws voor ’toren’.

Maria Magdal

De meest ingewijde leerling

Uit zowel Bijbelse als buiten-bijbelse bronnen komt naar voren dat een aantal van de mannelijke leerlingen van Jezus hem niet altijd konden volgen. Het ging hen boven de pet, zouden we nu zeggen. Van Maria Magdalena wordt het tegenovergestelde gemeld: zij begreep hem als beste. Je vindt ook terug dat Jezus het liefst van als zijn leerlingen met haar sprak over zijn leer.

“waarom bespreekt Hij dat met haar en niet met ons?” (Petrus)